The day I got hooked

The day I got hooked

Zeven jaar oud was ik, toen ik verslaafd raakte. Natuurlijk had ik daarvoor ook wel chocola gegeten. Maar niet écht. Niet op de manier zoals ik het op die zonnige herfstdag beleefde. Het was nota bene mijn oma die van mij een junkie maakte. Ze logeerde bij ons omdat mijn ouders een weekje op reis waren. We waren net verhuisd en ik wilde die dag niet naar de nieuwe school, waar ik nog geen vrienden had en die ik – gezien mijn verlegenheid- voorlopig ook wel niet zou maken.

‘Laat me thuisblijven!’ smeekte ik. ‘Ik heb buikpijn. Nee, hoofdpijn. Nee, buikpijn én hoofdpijn!’

Mijn oma, die instructies had gekregen om mij hoe dan ook naar school te sturen, deed als laatste redmiddel een greep in haar handtas. ‘Hier,’ zei ze terwijl ze me een klein pakketje verpakt in zilverfolie toestopte. ‘Neem dit mee naar school. Het is voor jou, alleen voor jou, hoor je me?’

‘Wat is het?’ vroeg ik vol ontzag. Deze techniek om mij richting o.b.s. De Ploeg te krijgen, hadden mijn ouders nog nooit toegepast.

‘Pure chocolade,’ zei ze. ‘Neem af en toe een klein blokje en zuig erop. En dan denk je aan thuis. Het helpt, geloof me. Voor je het weet is de schooldag voorbij.’

Ik had nog nooit één hap puur gegeten. Mijn chocolade-CV bestond tot die dag voornamelijk uit smarties, hagelslag en koetjesrepen. Ik hield het kleine pakketje tegen mijn neus. Het rook exotisch, zoet en aards tegelijk, vermengd met een zweem parfum van oma. Voorzichtig stopte ik de geheime schat in mijn schooltas, tussen het appeltje, mijn broodtrommel en mijn kleurpotloden. Iets speciaals, alleen voor mij. Van thuis. Van oma.

Het idee alleen al dat ik een illegaal snoeperijtje mee had (mocht vast niet van mijn moeder), maakte het naar school gaan dragelijk. En hoewel ik me had voorgenomen om te wachten tot de pauze, maakte ik het pakketje na een uurtje al stiekem onder de tafel open. Er zaten zes donkerbruine blokjes in. Pure chocolade van Verkade. Ik stopte een stukje in mijn mond en liet het smelten, precies zoals oma gezegd had.

Het was als een blikseminslag. Dit leek in de verste verte niet op een smartie, laat staan zo’n glazige koetjesreep. De bitterzoete cacaosmaak versmolt al snel met het mantra ‘iets speciaals, alleen voor mij. Van thuis. Van oma.’ Het voelde warm, veilig en blij. Wat er ook gebeurde, hoe stom school ook was: in mijn schooltas wachtten nog vijf van die hemelse blokjes. Een levenslange love affair met chocolade was geboren.

Jammer dat Jan, het jongetje dat naast mij zat, dit gedenkwaardige moment moest verpesten. De doordringende geur van chocola was hem waarschijnlijk opgevallen. ‘Hé,’ siste hij terwijl hij mij aanstootte, ‘geef mij ook eens iets.’ Ik schudde nee; geen haar op mijn hoofd die eraan dacht om oma’s heilige chocolade te delen met iemand anders. Dat liet Jan niet op zich zitten. ‘Juf, zij heeft snoep!’ galmde hij door de klas, zijn vinger pontificaal uitgestoken richting mijn gezicht.

‘Nietes,’ mompelde ik blozend, en slikte het restje gesmolten heerlijkheid snel weg. De juf gaf mij het voordeel van de twijfel en stuurde Jan, ook wel bekend als het ettertje van de klas, naar de gang. Wat mij de gelegenheid gaf om snel nog zo’n troostblokje te pakken.

Achteraf denk ik dat hier de kiem voor mijn neiging tot stiekem snoepen is gelegd. De lekkerste chocolade bewaar ik altijd in een geheim potje (nog een erfenis van oma). Die deel ik nog steeds liever met niemand.

Pure chocolade is tot op de dag van vandaag mijn favoriet. Eén blokje en ik ben weer warm, veilig en blij. Wat er ook gebeurt, hoe stom het leven soms ook is: in mijn kast wacht een eindeloze voorraad hemelse blokjes. Iets speciaals, voor mij alleen. Van thuis. Van oma. Pure perfectie verpakt in zilverfolie. Er is altijd nog chocola.

Save

Save



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.